GZC Vleuten
Langs de verschillende aftakkingen van de Rijn in het gebied van Vleuten-De Meern liep in de Romeinse Tijd een zogenaamde Limes of grensweg. Er zijn dan ook verschillende restanten van zowel houten als stenen forten en wachttorens teruggevonden in deze omgeving. Ten tijde van de Middeleeuwen was deze sfeer van grensverdediging nog niet verdwenen, want er werden meerdere kastelen gebouwd en de verschillende kasteelheren en bisschoppen uit het gebied voerden regelmatig strijd om hun macht uit te breiden. In 1471 besloot de toenmalige pastoor van Vleuten om een einde te maken aan het geweld en hij riep de verschillende adellijke heren samen in de kerk van Vleuten. Tegen de verwachtingen in kwamen deze heren bijeen en de Broederschap van Onze Lieve Vrouw werd gesticht. Hoewel de Broederschap officieel geen kerkelijke instantie was, vormden de leden toch een soort gilde die hulp bood aan de armen en hadden zij aanzien in de omgeving. De Broederschapshuisjes, die vandaag de dag nog steeds aan de Dorpsstraat om de kerk heen liggen, werden tegen een lage vergoeding verhuurd aan de armen, of voor zij die het niet konden betalen werd de huur kwijtgescholden.
In hetzelfde thema van zorgzaamheid en toegankelijkheid, wordt nu een nieuw ontwerp voorgesteld voor een wijkgezondheidscentrum. De logische locatie voor het gebouw is centraal gelegen, aangrenzend aan het wijkservicecentrum waarin ook het voormalige gemeentehuis van Vleuten gevestigd is. Een deel van dit perceel was eerder al bebouwd, maar het politiegebouw werd later weer gesloopt, waardoor de site aan het Dorpsplein op dit moment geen echte invulling heeft. Voor het nieuwe gebouw wordt een klein stukje van het wijkservicecentrum gesloopt, maar de bestaande entree, die nog steeds gebruikt wordt voor trouwceremonies in het vroegere gemeentehuis, blijft behouden.
Het concept vertrekt vanuit twee losstaande blokken, die met een centrale toegang worden verbonden. Om de schaal van het gebouw beter te laten aansluiten bij de context, krijgen de blokken op verschillende plaatsen een knik die de gevel visueel opdeelt. De glooiing van het dak volgt deze segmentering, wat er mee voor zorgt dat het gebouw niet massief aanvoelt, maar juist past bij de fijne korrel van de omgeving. De gevel wordt wit gekeimd, als verwijzing naar de Broederschapshuisjes verderop in de straat. Het groendak en de bomen rond het gebouw bieden een herinnering aan het groene landschap aan het begin van de twintigste eeuw, toen een groot aantal tuinders zich in deze regio vestigden. Voor de ingang van het nieuwe gebouw staat een standbeeld van de Oostenrijkse kunstenaar Jos Pirkner, die zich halverwege de vorige eeuw een tijdlang in Utrecht vestigde. De bomen rond het gebouw zorgen ook voor een subtielere aansluiting bij de omgeving.
Het nieuwe wijkgezondheidscentrum concentreert gespreide kennis in één gebouw, door verschillende praktijken te verzamelen onder een dak. Hiermee wordt de toegankelijkheid verhoogd en vallen eventuele figuurlijke drempels weg. De onderlinge functies kunnen hierdoor ook eenvoudiger met elkaar communiceren en naar elkaar terugkoppelen, zodat patiënten eenduidig en van nabij worden opgevolgd. De fysiotherapeut krijgt een praktijk met een open uitstraling op de begane grond, vanwege de toegankelijkheid maar ook om de praktijkruimtes van de artsen niet te storen op akoestisch vlak. Deze praktijk blijft tot laat open, en door deze direct aan het Dorpsplein te laten grenzen, blijft het gebouw ook ’s avonds nog bijdragen aan een levendig straatbeeld in het centrum. Net zoals de Broederschapshuisjes de kerk omhullen, omarmt het nieuwe gebouw het bestaande wijkservicecentrum.